Alcoholvergunning voor horecabedrijf of slijtersbedrijf

Het is verboden om zonder alcoholvergunning van de burgemeester een horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen. Op deze pagina leest u meer over deze twee categorieën.

Wat verstaan we onder een:

horecabedrijf?

Bij een horecabedrijf gaat het om het (bedrijfsmatig of anders dan zonder tegenprestatie) verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. De vereniging en de stichting vallen onder de zogenoemde paracommerciële rechtspersonen zoals bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet. Deze categorieën van rechtspersonen beschikken doorgaans over een kantine die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteiten van de vereniging of stichting. U vraagt ook een alcoholvergunning aan als u binnen uw vereniging of stichting alcoholhoudende drank tegen betaling wilt schenken aan de doelgroep die aan uw vereniging of stichting is verbonden.

slijtersbedrijf?

Indien u een slijtersbedrijf wilt exploiteren, dan gaat het om de verstrekking van sterke drank aan particulieren voor gebruik elders dan ter plaatse. Dit kan gepaard gaan met het aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of één van de andere aangewezen handelingen als opgenomen in artikel 2.1 en 2.2 van het Alcoholbesluit. Een voorwaarde is wel dat deze handelingen geen overwegend bestanddeel vormen in de bedrijfsuitoefening.

De exploitatievergunningaanvraag en het bibob-vragenformulier

Voor de commerciële exploitatie van een horecabedrijf of slijtersbedrijf vraagt u naast de alcoholvergunning ook een exploitatievergunning aan. De Bibob-toetsing maakt deel uit van de aanvraagprocedure voor de alcoholvergunning, tenzij het gaat om een para-commercieel horecabedrijf (zoals een vereniging of stichting). Vul daarom ook het bibob-vragenformulier in wanneer u een (commercieel) horecabedrijf of slijtersbedrijf wilt starten, een bestaand bedrijf wilt overnemen of een nieuwe rechtsvorm wilt beginnen.

Meer lezen over de Wet Bibob
 

Voorwaarden voor een alcoholvergunning

Het juiste aanvraag- of wijzigingsformulier is volledig ingevuld en met de daarin verzochte gegevens en bescheiden op de voorgeschreven wijze ingediend. Dat betreffen de volgende categorieën:

Toelichting: Indien een inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving, dan is de vergunninghouder verplicht de in artikel 30 Alcoholwet bedoelde wijziging binnen één maand bij de burgemeester zijn gemeld. Het niet tijdig melden leidt tot intrekking van de vergunning.

Voor het wijzigen van leidinggevenden:

Toelichting: Het niet of niet tijdig aan- of afmelden van een leidinggevende leidt tot intrekking van de alcoholvergunning.

Eisen ten aanzien van de betrokken personen en leidinggevenden:

  • de leidinggevenden, ook zijnde de bestuurders of feitelijke exploitanten van het horeca- of slijtersbedrijf, voldoen aan de eisen van de Alcoholwet. Dit betreffen in ieder geval de volgende eisen:
    • zij beschikken over voldoende kennis en inzicht m.b.t. sociale hygiëne, zij bezitten een diploma Sociale Hygiëne / SVH Verklaring en staan in het register ingeschreven
    • zij hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt
    • zij mogen niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn
    • zij mogen niet onder curatele staan

Het niet (langer) voldoen aan deze eisen leidt tot weigering of intrekking van de alcoholvergunning.

  • Inrichtingseisen:
    • De inrichting voldoet aan de inrichtingseisen. In artikel 10 van de Alcoholwet staan enkele relevante inrichtingseisen genoemd. Het niet voldoen aan deze eisen, leidt tot weigering of intrekking van de alcoholvergunning.
    • Er wordt geen vergunning verleend voor het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf anders dan in een inrichting.
    • Een terras dient in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen.
  • Aanvullende eisen en afwijkende regels ten aanzien van paracommerciële rechtspersonen (verenigingen en stichtingen):
    • De paracommerciële rechtspersoon beschikt o.g.v. artikel 9 van de Alcoholwet over een reglement dat waarborgt dat verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting, vanuit oogpunt van sociale hygiëne, op verantwoorde wijze geschiedt. Daarbij dient in het reglement te worden vastgelegd:
      • welke kwalificatienormen worden gesteld aan de voorlichtingsinstructie op het gebied van sociale hygiëne die barvrijwilligers krijgen;
      • de wijze waarop door of namens het bestuur wordt toegezien op naleving van het reglement.
    • De paracommerciële rechtspersoon houdt daarnaast een registratie bij van de barvrijwilligers die een voorlichtingsinstructie hebben gekregen.
    • De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de bij of krachtens artikel 4 Alcoholwet gestelde regels. Een eventueel verleende ontheffing, of een afschrift daarvan, is in de inrichting aanwezig.
    • Indien een paracommercieel rechtspersoon het horecabedrijf uitoefent, dan voldoen twee leidinggevenden die aan de eisen van artikel 8 Alcoholwet voldoen en die op het aanhangsel van de alcoholvergunning staan vermeld.
    • Voor de afhandeling van een alcoholvergunning voor een para-commercieel horecabedrijf geldt een uitgebreidere procedure; de zogenoemde uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in artikel 6 Alcoholwet.
    • Het niet voldoen aan de eisen van artikel 8 tot en met 10 geldende eisen (d.w.z. de eisen ten aanzien van leidinggevenden, de eisen ten aanzien van het reglement en de inrichtingseisen), leidt tot weigering van de aangevraagde alcoholvergunning.