Historie

De historie van Zwijndrecht en Heerjansdam.

Historie Zwijndrecht

Zwijndrecht is van oorsprong een tuindersdorp, tussen de steden Dordrecht en Rotterdam. In de zeventiende eeuw werd Zwijndrecht, vanwege de vruchtbare grond, namelijk gezien als de moestuin van deze steden. Niet veel later had Zwijndrecht één van de grootste veilingen langs de spoorlijn. De gunstige ligging van Zwijndrecht, met een enorme afzetmarkt in de directe omgeving, was (en is nog steeds) van grote betekenis voor de handel. Halverwege de 19e eeuw kwamen enkele industriebedrijven naar Zwijndrecht, waaronder een glasfabriek, een bierbrouwerij en een chocoladefabriek. Er waren in die tijd drie scheepstimmerwerven. Eind 19e eeuw ontstonden er grotere industrieën, onder andere rijstpellerij Euryza, een flessenfabriek en een aantal chemische fabrieken, waaronder: Van de Bergh en Jurgens (het tegenwoordige Unimills) en de chemische industrie Hercules. Dit is vooral te danken aan de goede bereikbaarheid over het water. In de gemeente Zwijndrecht zijn de vroegere dorpen Meerdervoort, Heer Oudelands Ambacht, Groote Lindt en Kijfhoek opgegaan.

Historie Heerjansdam

De landen van de Zwijndrechtse Waard, waarin Heerjansdam gelegen is, behoorden in de vroege middeleeuwen toe aan de bisschop van Utrecht. Dit blijkt onder andere uit een akte van 18 november 1006, waarin bisschop Ansfrid een aantal goederen, waaronder de kerk van Zwijndrecht, schonk aan het klooster ‘De hoge horst’ van de Benedictijnen bij Amersfoort. Deze schenking werd in 1028 op verzoek van bisschop Bernoldus door de Oost-Frankische keizer Koenraad II bevestigd. In deze bevestiging wordt gesproken van Swyn-drechtwere.
Hier was nog geen sprake van Heerjansdam. Dit gebeurde wel op 25 augustus 1323, toen de abt en het convent van het klooster ‘De hoge horst’ haren Heyenland en andere bezittingen binnen de palen van Zwyndrecht, ende in die lande tusschen die Merwede ende die Dubbel, streckende an Berendreecht, ende tusschen Riederwairt ende Dordrecht, voor eeuwig verpachtte aan graaf Willem III van Henegouwen en Holland en zijn nakomelingen.

Op 25 augustus 1323 verkocht de abdij al haar bezit aan graaf Willem III; ongeveer de gehele Zwijndrechtse Waard op Heren Heyenland na, dat was in het bezit van Hendrik van Brederode. Op 16 mei 1325 sloten Hendrik van Brede-rode en graaf Willem III een verdrag om de Waard samen te bedijken. De uitwerking van dit verdrag gebeurde echter pas zes jaar later, rond half januari 1331. Op onser Vrouwendach ter lichtmisse naestcomende, 2 februari 1331, was er in Dordrecht een openbare inschrijving. De grond werd verkocht voor 6 schellingen per morgen. Graaf Willem III begon met de uitgifte van de gronden. Op deze manier werden de volgende ambachtsheerlijkheden gevormd: De Lindt, Kijfhoek, Heer Oudelandsambacht, Sandelingenambacht, Hendrik-Ido-Ambacht en Schobbelandsambacht. Deze ambachtsheerlijkheden omvatten 1/18 van het gebied de Waard. Rijsoord, Strevelshoek en Heer Heijenland, het latere Heerjansdam, omvatte 1/16 van het gebied van de Waard.

Waar komt ‘Zwijndrecht’ vandaan?

‘Zwijndrecht’ is een samenvoeging van twee West-Frankische woorden: zwin en drecht. ‘Zwin’ betekent getijde-geul en ‘drecht’ kan worden vertaald met oversteekplaats, overvaart of veer. ‘Zwijndrecht’ betekent dus een getijde-geul, waar kan worden overgestoken. Deze verklaring doet vermoeden, dat Zwijndrecht aan Dordrecht vastzat en alleen bij hoog water daarvan was gescheiden. Deze situatie zou hebben bestaan tot aan de Elisabethvloed in 1421.